sft ↔ xxx h.o.d.n. taxi 076
team kanton Breda
zaak/rolnr.: 680147 CV EXPL 11-6847
vonnis d.d. 23 november 2011
inzake
Stichting Sociaal Fonds Taxi
Tegen
h.o.d.n. Taxi 076
1. Het verloop van het geding en de beoordeling
1.1 Eiseres heeft veroordeling van gedaagde gevorderd overeenkomstig de dagvaarding. Een afschrift van de dagvaarding is aan dit vonnis gehecht.
1.2 Gedaagde is niet in rechte verschenen. De vordering zal daarom bij verstek worden toegewezen voor zover deze de kantonrechter niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt.
1.3 De gevorderde veroordeling tot naleving van de Taxi CAO is te ruim en zal daarom worden afgewezen.
1.4 De gevorderde veroordeling tot afgifte van de door eiseres opgesomde stukken zal worden toegewezen.
1.5 Eiseres vordert om gedaagde te veroordelen tot betaling van een dwangsom indien hij met de afgifte van de stukken in gebreke blijft en voorts om gedaagde te veroordelen tot betaling van een forfaitaire schadevergoeding van € 82.800,00. Aan deze schadevergoeding legt zij een bepaling ten grondslag die is neergelegd in de op de CAO Stichting Sociaal Fonds Taxi gebaseerde nadere regelgeving:
Indien de werkgever na ingebrekestelling [.. .1 gedurende ten minste 14 dagen nalatig blijft de I– …1 verzochte gegevens met betrekking tot de wijze waarop hij de CAO naleeft te verstrekken, [… ] is hij verplicht door dat enkele feit aan het SFT een forfaitaire schadevergoeding te betalen.
Hoewel in deze bepaling de verplichting tot betaling is aangemerkt als schadevergoeding, moet worden geoordeeld dat sprake is van een boetebeding waarbij de boete is gesteld op de enkele vertraging in de nakoming. Een dergelijke boete is toewijsbaar naast een veroordeling tot nakoming van de hoofdverbintenis, in dit geval afgifte van de stukken. De gevorderde boete zal daarom worden toegewezen.
Gelet op het boetebeding, alsmede de hoogte van de boete, acht de kantonrechter onvoldoende grond aanwezig om tevens een dwangsom op te leggen voor het geval gedaagde niet aan de hoofdverbintenis zal voldoen.
Typ: SK
1.6 De gevorderde rente en buitengerechtelijke kosten zijn op de wet gebaseerd en zullen
worden toegewezen, evenals de rente over de buitengerechtelijke kosten.
1.7 Gedaagde zal worden veroordeeld in de proceskosten. De gevorderde nakosten zullen worden afgewezen nu niet, althans onvoldoende is gesteld of onderbouwd dat na het vonnis kosten zullen worden gemaakt, anders dan de eventuele kosten van tenuitvoerlegging van dit vonnis.
2. De beslissing De kantonrechter
veroordeelt gedaagde om de stukken zoals opgesomd onder punt 7 van de dagvaarding en betreffende de controleperiode juni 2010 tot en met mei 2011 over te leggen;
veroordeelt gedaagde om tegen behoorlijk bewijs van kwijting € 84.585,00 aan eiseres te voldoen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening;
veroordeelt gedaagde in de kosten aan de kant van eiseres gevallen en tot op heden begroot op € 1541,81, inclusief een bedrag van € 600,00 als salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad; wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. de Ruijter en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 november 2011 in tegenwoordigheid van de griffier.
|
|
||||
|
rechtbank Breda,