SFT ↔ xxx Rotterdam
vonnis
RECHTBANK ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector kanton, locatie Eindhoven
Zaaknummer : 601262
Rolnummer : 09/332
Typ. : SK Grosse aan
Eiser(es)
d.d.
(Vergouwen)
Gelet op het tegen de gedaagde partij verleende verstek.
De vordering behoort als niet onrechtmatig of ongegrond te worden toegewezen. De beslissing
De kantonrechter:
wijst de vordering toe zoals door de eisende partij is gevorderd;
veroordeelt de gedaagde partij in de kosten van dit geding, aan de kant van de eisende partij tot op heden begroot op E 71,80 terzake van dagvaardingskosten, E 153,– wegens griffierecht en E 100,– wegens gemachtigdensalaris;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. G.J. Roeterdink, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van donderdag 15 januari 2009, in tegenwoordigheid van de griffier.
w.g. de kantonrechter,
voor GROSSE
De griffier van de rechtbank s-Hertogenbosch,
sector kanton, locatie Eindhoven.
kanton
Locatie Eindhoven L0801981 ingekomen ter griffie
d.d. 1 2 JAN 2009
Heden, de
dertigste december tweeduizendacht,
ten verzoeke van de stichting STICHTING SOCIAAL FONDS TAXI, statutair gevestigd en kantoorhoudende te Culemborg, te dezer zake woonplaats kiezende te Amsterdam aan de Sophialaan 33, ten kantore van de advocaat mr. drs. M.H.D. Vergouwen, die ten deze tot gemachtigde wordt gesteld en als zodanig zal optreden, alsmede woonplaats kiezende te Eindhoven aan het Stadhuisplein 4, ter griffie van de sector kanton, locatie Eindhoven, van de Rechtbank s-Hertogenbosch;
.
kandida2t-gerechtsdeurwaarder werkzaam ten kan
tore van Marcel Ide Lambert Stalman. gerechtsdeur
waarder, met woon- en vestigingsplaats ‘s-Hertngen
bosch en aldaar kantoorhoudende aan de Oranje
Nassaulaan I:
GEDAGVAARD:
voormeld adres in gesloten envelop met daarop de vermeldingen als wettelijk voor- i. omdat ik ter plaatse voormeld
Ö. 4 afschrift kan laten:
niemand aantref aan wie ik rechtsgeldig
rgerneen te
Geldrop-Mie rio
t-..i.
/-tweed4L74P-deett
voor middags te 09.00 uur in persoon of vertegenwoordigd door een gemachtigde, te verschijnen ter terechtzitting van de Rechtbank te ‘s-Hertogenbosch, sector kanton, locatie Eindhoven, alsdan aldaar zitting houdend in het Kantongerechtsgebouw aan het Stadhuisplein 4.
MET AANZEGGING:
dat gedaagde op die terechtzitting mondeling kan antwoorden op de eis als hierna vermeld, dan wel uiterlijk op die terechtzitting of daarvoor ter griffie, een met redenen omkleed schriftelijk antwoord kan indienen;
indien gedaagde niet uiterlijk op de die zitting antwoord of om uitstel_om_te_antwoorderLverzoekt_ de rechter tegen gedaagde verstek zal verlenen en het gevorderde zal toewijzen, tenzij hem dit
genomen.
ren termijnen
f.1.
TENEINDE:
te horen eisen en concluderen dat:
1. Sinds 1985 vindt er in de bedrijfstak taxivervoer controle plaats op de naleving van de CAO Taxivervoer. Deze controle wordt verricht door eiser, verder te noemen de SET, een onafhankelijke, door de werkgevers -en werknemersorganisaties opgerichte stichting. De SFT is in het leven geroepen om activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van goede arbeidsverhoudingen in deze bedrijfstak. De SFT heeft met name de taak toe te zien op de correcte naleving van de CAO waartoe controles worden verricht. Bedrijven die onder de werkingssfeer van de CAO worden door de SFT gecontroleerd.
2. De CAO Taxivervoer is bij besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 oktober 2007 algemeen verbindend verklaard tot en met 31 december 2008. De werkingssfeer van deze CAO wordt bepaald in artikel 1. Volgens de omschrijving in dit artikel valt het bedrijf van gedaagde onder de werkingssfeer van deze CAO. De CAO Taxivervoer wordt als productie 1 overgelegd.
3. Naast de CAO Taxivervoer bestaat er ook een CAO Taxivervoer Sociaal Fonds, die bij besluit
van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 februari 2004 algemeen verbindend is verklaard tot en met 31 december 2008. Deze CAO kent in artikel 1 een uitgebreide werkingssfeer en gezien het bedrijf van gedaagden vallen zij ook onder de werking van deze CAO. OP 11 mei 2005 is deze CAO aangepast. Deze CAO Taxivervoer Sociaal Fonds wordt als productie 2 overgelegd.
4. In artikel 3 van de statuten van de Stichting Sociaal Fonds Taxi, zoals die zijn weergegeven in de als productie 2 overgelegde CAO, staan de werkzaamheden met betrekking tot de CAO
Gr=var-4:goki:A44. s4bbADAi4a(leTzaa:nhedaihelzehe-t±h4lxignvulAo_eiá_ellt naleven van de kernbepalingen van de CAO alsmede het geven van voorlichting en het verzamelen van feitelijke gegevens over de lonen op bedrijfstakniveau, het geven van advies aan de Arbeidsinspectie, het doen van onderzoek en publicaties alsmede het optreden in en buiten rechte, zo nodig ter verkrijging van maatregelen tegen hen die de bepalingen der CAO Taxivervoer niet getrouwelijk naleven. Met betrekking tot de voorwaarden waaronder een werkwijze waarop de werkzaamheden van de SFT dienen te warden uitgevoerd is een reglement opgesteld, welk reglement dezelfde CAO als overgelegd in productie 2 is opgenomen op pagina 13. In artikel 1 van bijlage 1 (reglement met betrekking tot de uitvoering van het bepaalde in artikel 3 lid 1 onder b van de statuten) staat vermeld dat de SFT tot doel heeft het toezicht houden op zowel de naleving van de CAO Taxivervoer als de CAO Taxivervoer Sociaal Fonds Taxi. In artikel 3 lid 2 CAO Taxivervoer Sociaal Fonds Taxi is bepaald dat werkgever verplicht is op de wijze, vermeldt in een nader daartoe door de SFT op te stellen reglement, aan te tonen dat hij de bepalingen van de CAO Taxivervoer alsmede de CAO Taxivervoer Sociaal Fonds getrouwelijk naleeft. In artikel 5 van het reglement is deze verplichting uitgewerkt waar wordt gesteld dat op de werkgever de bewijslast rust met betrekking tot het aantonen dat de CAO Taxivervoer en de CAO Sociaal Fonds Taxi wordt nageleefd. Dit moet blijken uit de door of namens de werkgever gevoerde inzichtelijke en deugdelijke administratie.
5. In artikel 9 van het reglement is een regeling opgenomen met betrekking tot de verschuldigdheid van een forfaitaire schadevergoeding. Gezien het belang van deze regeling in deze procedure worden de belangrijkste bepalingen van deze regeling in deze dagvaarding weergegeven. Artikel 9 leden 2 en 3 van het reglement luiden als volgt:
“2. Indien een werkgever na ingebrekestelling door of namens het SFT gedurende tenminste 14 dagen nalatig blijft de vanwege het SET verzochte gegevens met betrekking tot de wijze waarop hij de CAO naleeft te verstrekken, dan wel onjuiste gegevens verstrekt, is hij verplicht door dat enkele feit aan het SFT een forfaitaire schadevergoeding te betalen. Het SFT kan besluiten geheel of gedeeltelijk af te zien van het innen van deze schadevergoeding indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.
3. Indien een werkgever na ingebrekestelling door of namens het SFT gedurende
ingebrekestelling vermelde punten, is hij onverminderd het gestelde onder 2 verplicht aan het SET een door deze Stichting te bepalen schadevergoeding te betalen. Bij het bepalen van de schadevergoeding wordt in ieder geval rekening gehouden met de aard, de omvang en de duur van de niet-naleving, alsmede met de loonsom van de onderneming van de betrokken werkgever. Daarnaast kan rekening gehouden worden met de mate waarin die werkgever alsnog achterstallige verplichtingen jegens zijn personeel nakomt dan wel zekerheid stelt van een correcte naleving van de CAO.”
Art. 9B lid 1 van bijlage 1 vermeldt het volgende:
“1. De forfaitaire schadevergoeding (S) genoemd in artikel. 9, lid 2, wordt als volgt berekend:
S= A x Wx€1 waarin
A = de laatste voor de betrokken werkgever vastgestelde jaarlijkse premieafdracht SFT (werkgevers en werknemersdeel), of bij gebreke daarvan 0,6% van de jaarlijkse loonsom in de onderneming, of bij gebreke daarvan een door het SFT forfaitair vast te stellen bedrag, gebaseerd op een schatting van de laatstelijk voor de betrokken werkgever veronderstelde premieafdracht SET-fonds, met dien verstande dat A tenminste € 125 zal bedragen.
W = het aantal weken dat de werkgever in gebreke blijft.”
6. hierna: “gedaagde”, drijft een onderneming die tegen betaling personenvervoer verricht in de zin van de Wet Personenvervoer. Gezien de algemeen verbindendverklaring van zowel de CAO Taxivervoer als de CAO Taxivervoer Sociaal Fonds is gedaagde aan genoemde CAO’s gebonden. Bij gedaagde is volgens het uittreksel van de Kamer van Koophandel 1 werknemer in dienst. Volgens de gegevens van de SFT beschikt gedaagde over 3 vergunningsbewijzen. Bijgaand wordt als productie 3 een uittreksel uit het register van de_KameLvan_Koophandel-overgelegcl
g
schriftelijk onderzoek naar de naleving van de CAO Taxivervoer en de CAO Taxivervoer Sociaal Fonds binnen de onderneming van gedaagde. De brief d.d. 11 september 2008 wordt als productie 4 overgelegd. Ten behoeve van het onderzoek heeft de SFT gedaagde verzocht binnen 15 dagen na dagtekening van de brief van 11 september 2008 verschillende stukken aan de SFT toe te zenden, te weten:
een overzicht van alle personen die in de controleperiode werkzaam zijn geweest bij gedaagde in het taxivervoer met geboortedatum, datum in- en eventueel uitdiensttreding, soort dienstverband en het bruto uur-, 4 weken- of maandloon;
een kentekenlijst;
Verder van al deze personen:
arbeidsovereenkomsten;
de arbeidstijdadministratie in elke vorm (rittenstaten, weekstaten en urenlijsten); de registratie van vakantiedagen indien van toepassing;
de loonspecificaties;
betalingsbewijzen (bank- en/of giroafschriften; getekende kasbewijzen);
kopie van de voorschot- en afrekennota van het voorgaande jaar van het PVF inzake SF- bijdrage;
verzamelloonstaat van het voorgaande kalenderjaar;
controle pensioenafdrachten betreffende het volledige kalenderjaar voorafgaand aan de controleperiode:
o voorschot- en afrekennota’s ouderdomspensioen (inclusief correctienota’s) met de bijbehorende specificaties;
o eerste en laatste loonstrook van dat jaar van iedere werknemer (januari en december tenzij de werknemer halverwege dat jaar in of uit dienst is gegaan);
0 indien op de loonstroken geen cumulatieve bedragen worden vermeld betreffende de ingehouden pensioenpremie, aantal gewerkte uren of bedrag aan meeruren (voorzover van toepassing) heeft de SFT alle loonstroken van dat jaar nodig.
8. Omdat binnen de gestelde JoLmijn _door_ de_ SET geenstukken van gedaagde werden ontvangen, heeft de SFT op 2 oktober 2008 aan gedaagde een herinneringsbrief gezonden
• met tit ve~le gevraagfie–stalg-e-ri a-a~5FT z van 2 oktober 2008 wordt bijgaand als productie 5 overgelegd. Ook op deze brief werd geen reactie van gedaagde vernomen. Om die reden is de SFT op 15 oktober 2008 nogmaals overgegaan tot verzending van een herinneringsbrief aan gedaagde, ditmaal met het verzoek de gevraagde stukken binnen 3 dagen aan de SFT toe te zenden. De brief d.d. 15 oktober 2008 wordt als productie 6 overgelegd.
9. Aangezien de SFT wederom geen bescheiden van gedaagde had ontvangen, heeft de SFT gedaagde op 24 oktober 2008 nogmaals verzocht en voor zover nodig gesommeerd, zulks onder gelijktijdige ingebrekestelling, de verzochte bescheiden binnen 14 dagen na dagtekening van de sommatie aan de SFT te doen toekomen, zulks op straffe van het verbeuren van de forfaitaire schadevergoeding. Volledigheidshalve is de werking van de forfaitaire schadevergoeding in de brief van de SFT van 24 oktober 2008 uiteengezet. De brief van de SFT d.d. 24 oktober 2008 wordt bijgaand als productie 7 overgelegd en is zowel per gewone als per aangetekende post verzonden.
10. Op de brief van de SFT d.d. 24 oktober 2008 is door gedaagde niet gereageerd, reden waarom de SFT zich genoodzaakt heeft gezien een raadsman in te schakelen. Ook de kosten voor de inschakeling van de raadsman dienen op gedaagde verhaald te warden op grond van art. 6:96 lid 2 BW. Deze buitengerechtelijke incassokosten worden op grond van Aanbeveling II van het rapport Voorwerk vooralsnog begroot op E 178,50 inclusief BTW. Bijgaand wordt als productie 8 de brief van de raadsman overgelegd d.d. 9 december 2008. De brief van de raadsman van 9 december 2008 is zowel per gewone als per aangetekende post verzonden.
11. Ook naar aanleiding van de brief van de raadsman van de SFT d.d. 9 december 2008 zijn
MITSDIEN:
het de Kantonrechter te Eindhoven behage bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
1. gedaagde te veroordelen tot naleving van de Taxi CAO en meer precies tot overlegging van de stukken zoals in deze dagvaarding onder punt 7 gespecificeerd;
ge aag e e veroor— e- en—on–r—i-eg-e —n–1 -e oorTijk oewils va-~ijt
somma van € 875,- (zegge achthonderd en vijfenzeventig euro), als forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
lil. gedaagde te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 178,50,- inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. gedaagde te veroordelen in de kosten van deze procedure.
De kosten dezes zijn voor mij, deurwaarder, €
71,80 13,64 ‘Ed
Ondergetekende verklaart opgerne1de kosten te hebben verhoogd met een percentage gelijk aan het percentage, bedoeld in art. 9, eerste lid van de Wet op de Omzetbelasting 1968, aangezien de verzoekende panij de hem in rekening gebrachte omzetbelasting niet op grond van genoemde wet kan verrekenen.
L.
E.A.C. Lesterhuis, te.kd.-gerechtsdeurwaardee.