SNCU ↔ Mupol Europe B.V.
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Apeldoorn
zaakgegevens 522387 CV EXPL 13-1840
grosse aan: mr. drs. Vergouwen
afschrift aan: Mupol
verzonden d.d.: 1 1 FEB, 2015
uitspraak van 11 februari 2015
vonnis
in de zaak van
de stichting Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten,
gevestigd te Barendrecht,
eisende partij,
gemachtigde: mr. drs. M.H.D. Vergouwen,
tegen
de besloten vennootschap Mupol Europe B.V.,
gevestigd te Elspeet,
gedaagde partij,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna SNCU en Mupol genoemd.
1. Het procesverloop
Het verdere verloop blijkt uit:
– het tussenvonnis van 4 december 2013, waarbij een comparitie van partijen is bepaald. De comparitie is gehouden op 10 februari 2014, waarvan door de griffier aantekening is gehouden.
– de akte uitlating tevens houdende overlegging productie van de zijde van SNCU. Mupol heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid op deze akte te reageren. Hierna is vonnis gevraagd.
2. De verdere beoordeling
2.1. Tijdens de gehouden comparitie van partijen hebben partijen afgesproken een nader overleg te voeren om te bezien of tot een hercontrole en herberekening gekomen kan worden. SNCU heeft bij haar akte aangegeven dat de hercontrole is uitgevoerd op 13 mei 2014 en heeft geleid tot een rapportage van een onafhankelijk deskundige, C.J. Leijden, werkzaam bij Providius. Deze rapportage is overgelegd. Mupol heeft tegen deze stellingen en de inhoud van de rapportage geen verweer gevoerd en geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid daarop te reageren. SNCU stelt dat Mupol naar haar toe per e-mail heeft aangegeven alsnog akkoord te gaan met de berekeningen. Daarvan zal dan ook worden uitgegaan.
2.2. In de rapportage van Providius is te lezen dat en waarom de door Mupol opgestelde herberekeningen niet kunnen worden gevolgd. SNCU houdt dan ook vast aan haar vorderingen. Nu daartegen geen gemotiveerd verweer meer wordt gevoerd, zijn deze vorderingen toewijsbaar, waarbij de gevorderde dwangsom zal worden gemaximeerd. Ook de gevorderde veroordeling in de buitengerechtelijke kosten is toewijsbaar. Mupol zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van SNCU tot op heden worden vastgesteld op € 97,38 explootkosten, € 896,00 vast recht en € 2450,- aan salaris van de gemachtigde.
3. De beslissing
De kantonrechter:
3.1. veroordeelt Mupol tot naleving van de CAO voor uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche indien en voor zover deze algemeen verbindend zijn verklaard, op straffe van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag dat zij daarmee vanaf vier weken na betekening van dit vonnis in gebreke is, tot een maximum van € 10.000,-,
3.2. veroordeelt Mupol tot nabetaling van € 90.393,00 aan salarissen en emolumenten binnen vier weken na betekening van het te wijzen vonnis,
3.3. veroordeelt Mupol tot betaling van het niet binnen vier weken nabetaalde gedeelte van de onder 3.2 genoemde € 90.393,00 als aanvullende forfaitaire schadevergoeding,
3.4. veroordeelt Mupol tot betaling aan SNCU van € 19.929,00 als forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 1 mei 2013 tot de dag van algehele voldoening,
3.5. veroordeelt Mupol tot het voldoen van de verschuldigde SFE-premie over de controleperiode door middel van het doen van aangifte en betaling van de opgelegde nota,
3.6. veroordeelt Mupol tot betaling van € 2.272,65 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 mei 2013 tot de dag van algehele voldoening
3.7. veroordeelt Mupol in de proceskosten, die aan de zijde van SNCU tot op heden worden vastgesteld op € 97,38 explootkosten, € 896,00 vast recht en € 2450,- aan salaris van de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Engelbert-Clarenbeek en in het openbaar uitgesproken op 11 februari 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.