SNCU ↔ Pro Start Uitzendbureau B.V.
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton – locatie Haarlem
zaakrolnr.: 3222646 CV EXPL 14-7602
datum uitspraak: 17 september 2014
extern kenmerk: 20130864
VERSTEKVONNIS
in de zaak van
Stichting Naleving CAO Voor Uitzendkrachten
te Barendrecht
eisende partij
gemachtigde: mr. M.H.D. Vergouwen
tegen
Pro Start Uitzendbureau B.V.
te Hoofddorp
gedaagde partij
niet verschenen
De procedure
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.
De beoordeling
De gevorderde dwangsom betreffende de naleving van de CAO is toewijsbaar doch wordt beperkt tot € 1.000,00 per dag. Aan de dwangsom stelt de kantonrechter verder een maximum van € 50.000,00.
Het gevorderde komt de kantonrechter voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
De gedaagde partij zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld.
De beslissing
De kantonrechter
veroordeelt de gedaagde partij tot naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche indien en voor zover deze algemeen verbindend zijn verklaard, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag dat de gedaagde partij daarmee in gebreke is vanaf twee weken na betekening van dit vonnis en met een maximum van
€ 50.000,-;
veroordeelt de gedaagde partij tot nabetaling aan de betrokken werknemers van het bedrag van € 9.313,- zoals genoemd in de brief van 16 september 2013(productie 9), ten blijke waarvan aan de SNCU betaalbewijzen en specificaties worden overgelegd binnen vier weken na betekening van dit vonnis, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag dat de gedaagde partij daarmee in gebreke blijft en met een maximum van € 10.000,-;
veroordeelt de gedaagde partij om aan de eisende partij te betalen € 14.718,- als schadevergoeding, te vermeerderen met de in het petitum van de dagvaarding gevorderde rente en, na van de gedaagde partij ontvangen betalingen, over het openstaande restantbedrag;
veroordeelt de gedaagde partij om aan de eisende partij te betalen € 1.015,31 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de in het petitum van de dagvaarding gevorderde rente en, na van de gedaagde partij ontvangen betalingen, over het openstaande restantbedrag;
veroordeelt de gedaagde partij in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van de eisende partij begroot op de volgende bedragen:
exploot € 104,80
griffierecht € 923,00
salaris gemachtigde € 400,00;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. van Dijk en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.